How Nathalie met Eke - duiken in Denemarken
Door: Nathalie Bock
Blijf op de hoogte en volg Nathalie
10 September 2009 | Denemarken, Kopenhagen
Vikær Strand, Aabenraa, Denmark
“Ga je nog mee met de duiktrip naar Denemarken?” vraagt Pim. Het is donderdag vroeg in de middag en we zitten op het terras in de najaarszon. Eerder op de dag had ik besloten dat werken die dag geen toegevoegde waarde meer zou leveren en dat een kopje koffie bij PiMia een veel betere optie was. Ik ben zwaar toe aan vakantie en dus, ja, ga ik mee! “Welk land gingen we naar toe zei je? En kun je daar duiken dan? En wanneer gaan we eigenlijk? Volgende week al, zeg je? Misschien moet ik dan nu even mijn werk bellen…”
Eén week en twee dagen later meld ik me in Utrecht bij iemand die Eke heet. Ik ken hem verder niet, maar van Pim heb ik begrepen dat hij een plaats in zijn auto over heeft. Het lijkt me niet zinnig om alleen te rijden en meestal leidt gezelschap tot gezelligheid. Ook deze keer blijkt dit weer te kloppen, want ik ben verbaast over de snelheid waarmee we gereden moeten hebben, als we - naar het lijkt - 2 uur later aan komen op de camping van Vikær Strand in Aabenraa.
Het is inmiddels half 5. Wij arriveren als laatste. Pim, Mia, Ronald en de viervoeters Bobby en Joey zijn er al. Ik loop alvast naar de huisjes, want bij de ingang weigeren ze om voor Eke de slagboom open te maken. Na nog een keertje smeken, mag ook hij het terrein op. Het waait stevig en even later gaat het ook regenen. De huisjes zijn prettig: schoon, voorzien van goede bedden en een verwarming. We hebben er drie en hebben dus veel ruimte. Dit geldt niet voor Pim en Mia die de hele proviand naar binnen hebben gesleept. De avond valt en het lukt niemand om lang wakker te blijven.
De volgende ochtend verken ik de camping. De wind is afgezwakt en het is zo goed als droog. Overal is het nog stil. Alleen aan het water staan twee mannen met netten op garnalen te vissen. Ik maak wat foto’s van aangespoelde kwallen. Wanneer ik terugloop wordt ik enthousiast begroet door Bobby en Joey. Pim die achter ze aanloopt oogt wat minder wakker. Dit verandert zodra hij de koekenpan op het vuur zet. “Vijf eieren per persoon! Minder bak ik er niet!”
Na het ontbijt rijdt Pim het vulstation naar de waterkant en maken Eke, Ronald en ik onze eerste duik. Eke zwemt voorop, Ronald en ik er achteraan. Het navigeren heb ik professioneel uitbesteed (zoals Eke dat heeft gedaan met het schrijven van dit reisverslag, red.). De bodem krioelt van het kleine leven: krabbetjes, garnalen, zeesterretjes, oorkwalletjes en haarkwallen. Op de bodem spot Eke een schol. De krabbetjes zijn grappig. Sommige vluchten, andere schieten dreigend een halve meter omhoog. Voor ons oefent Eke zijn frogkick en zo nu en dan raakt hij het wier met als gevolg een regen van minuscule blauwe vallende (zee)sterretjes. Diep is het zeker niet. Na een tijd uitzwemmen bereiken we de 4 ½ meter. Grote roze haarkwallen met meters lange tentakels hangen links en rechts in het water. Het doet me denken aan een computerspel, waarbij je stilstaande en bewegende obstakels moet omzeilen. Ergens moet ik een foutje gemaakt hebben, want ik voel mijn lip dikker worden. Dit is pas mijn tweede duik in droogpak en ik moet zeggen: ik ben niet geheel ontevreden. Pas als ik na een uur het water uitkom, merk ik dat mijn sokken een soppend geluid maken. Volgens mij voldoet dat niet geheel aan de definitie van het woord ‘droog’.
Na een uitgebreide lunch en het vullen van de flessen, volgt duik nummer twee. Ik heb mijn natte droogpak verruild voor mijn droge natpak. Ronald is het met me eens dat Eke een goede gids is. Eke protesteert een nog een beetje, maar vertrekt dat toch in pole position. We vinden de fuiken van vissers met krabbetjes en een botervisje erin. Deze duik is nog ondieper: 3,9 geeft mijn duikcomputer aan. Op de weg terug wordt opeens minder dan een meter diep, waarbij de begroeiing er daarna voor zorgt dat er minder dat 20 cm vrij water over blijft. We moeten nog zo’n honderdvijftig meter. En om het nog ingewikkelder te maken zitten er ook nu links en rechts haarkwallen die omzeild moeten worden. Next level binnen het computerspel, zeg maar.
Op het officiële programma staat nog een nachtduik. Wanneer Pim de barbecue start wordt unaniem besloten om deze naar morgen te verschuiven.
De volgende dag is het schitterend weer en rijden we naar de Ammoniakhaven. Gedurende de zomer heb ik het bijzonder druk gehad op mijn werk en dronk ik koffie via het infuus. Op de eerste dag van de vakantie heb ik het besluit genomen om te stoppen - in één keer - cold turkey. Nu heb ik afkickverschijnselen. Mijn maag zich achterstevoren en mijn hoofd is geraakt door een hamer. Terwijl ik in de zon in slaap val maken Eke, Ronald, Pim en Mia een duik. Het volgende citaat is van Eke: “Duik 401: Bijzondere locatie. Het eerste wat opvalt is de wand onder water. We doken aan de rand van de vaargeul. Deze wordt regelmatig uitgediept. Gevolg hiervan is dat er in de bodem een kaarsrechte wand loopt. Door de stroming in de vaargeul is er erg veel leven. Mooie begroeiing aan de wand, daarnaast op de bodem, maximaal 20 meter, naast de wand veel zeesterren, krabbetjes, oesters, slakken, paar kabeljauw.”
Na een uurtje slapen en een blikje cola (ja, toch maar weer cafeïne) ben ik klaar om mee te gaan met duik nummer 2. Het is inmiddels echt zonnig en warm en opgetogen hijs ik me in het droge droogpak. We lopen het water in en ik zak door mijn knieën om mijn vinnen aan te trekken, wanneer ik het water met liters tegelijkertijd mijn nekseal binnen voel lopen. Einde duik. Ietswat chagrijnig loop ik terug naar de auto’s. Het volgende beschrijving is wederom van Eke: “Duik 402, zie beschrijving duik 401.”
Terug op de camping maken Eke, Mia en Ronald de uitgestelde nachtduik. Eke beschrijft: “Duik 403: Nachtduik. Ondiepste duik ooit, maximaal 3,3 meter. Eerste tiental meter moesten door zeer ondiep water om onze maximale diepte van 3,3 meter te kunnen bereiken. Locatie met heel veel botervisjes, kwallen met zeer lange tentakels, 3 harnasmannetjes, paar platvissen.”
De ochtend van dag 4 rijden we naar de politiehondenschool in Middelfart. Het is wederom een stralende dag. In het midden van de zeearm zien we een groep bruinvissen (!!!) boven het water uitspringen. Ik voel me top en heb echt zin om weer te duiken. Ronald en ik zijn nog steeds van mening dat Eke een duik prima leidt en Eke legt zich hier bij neer. Er staat een redelijke stroming, maar wanneer we onder de 5 meter zakken, is deze plotseling verdwenen. Hier begint een steile afdaling langs een wand,die op 20 meter diepte weer ombuigt in een talud. Hier ligt een grote kabeljauw (90 cm). De wand is mooi groen en terwijl we langzaam stijgend verder zwemmen, zien we mosselen, zeesterren en slakjes. Na vijfentwintig minuten keren we om en willen we over het bovenste talud (op 7 meter) langzaam terugzwemmen. We worden verrast door de stroming die opeens weer krachtig aanwezig is. Het zicht is opeens nog maar twee meter en de stroming krijgt vol vat op ons. Binnen 3 minuten zijn we terug bij de politiehondenschool. Na de lunch maken Eke en ik nog een duik.
Na het duiken rijden we naar het stadje Middelfart. Vanaf een terras en onder het genot van een drankje voorzien we iedereen die voorbij loopt gezamenlijk van commentaar.
De volgende dag vertrekken we al zeer vroeg richting Hemmoor in Duitsland om hier twee duiken te kunnen maken. Ik duik met Ronald tot maximaal 31 meter - wat een zicht heb je hier nog op 31 meter!! Eke, Pim en Mia maken duik naar wat grotere diepte. Eke schrijft: “Duik 406: Bijzondere duik, trimixduik 19/33. 55,6 meter. Diepste duik die ik tot heden gemaakt heb. Door de trimix is de spanning door de stikstofnarcose niet aanwezig. Ondanks alle opleidingen, oefenduiken had ik toch een gezonde spanning voordat ik het water inging. Duik ging prima. Ongeveer 18 minuten op diepte doorgebracht, daarna via de Ruttler en een gasswitch op 20 meter doorgezwommen naar het bos. Hier tussen de bomen de laatste gasswitch gemaakt en de decotijd uitgehangen.”
Het is zeer aan te bevelen om Hemmoor niet te verwarren met Hammoor, wat aan de andere kant(de oostkant) van Hamburg ligt. Het probleem van Hammoor is, dat hier de Kreidesee niet ligt. Een ander probleem is dat wanneer je vanuit Hemmoor naar huis vertrekt en je denkt dat je in Hammoor bent, dat je dan wellicht van mening bent dat je richting Hamburg moet rijden in plaats van er vandaan. Zo kan het gebeuren dat je richting het oosten rijdt, terwijl je denkt dat je westwaarts en dus richting Nederland rijdt. Een goede lezer heeft niet meer woorden nodig om te begrijpen waarom Eke en ik (de taak van navigeren had ik op me genomen) bijna gelijktijdig met Pim, Mia en aanhanger op de Demmerik arriveerden, terwijl Pim en Mia ook nog tijd hadden gehad om uitgebreid te lunchen…
We waren weer thuis, maar om het gevoel van vakantie nog even voort te laten duren ben ik met Eke nog een namiddag duik gaan maken in de tropische wateren van ‘Fien Kun Fain’. - Welkom thuis.
Nathalie.
*************
...and dance like no-one is watching...
“Ga je nog mee met de duiktrip naar Denemarken?” vraagt Pim. Het is donderdag vroeg in de middag en we zitten op het terras in de najaarszon. Eerder op de dag had ik besloten dat werken die dag geen toegevoegde waarde meer zou leveren en dat een kopje koffie bij PiMia een veel betere optie was. Ik ben zwaar toe aan vakantie en dus, ja, ga ik mee! “Welk land gingen we naar toe zei je? En kun je daar duiken dan? En wanneer gaan we eigenlijk? Volgende week al, zeg je? Misschien moet ik dan nu even mijn werk bellen…”
Eén week en twee dagen later meld ik me in Utrecht bij iemand die Eke heet. Ik ken hem verder niet, maar van Pim heb ik begrepen dat hij een plaats in zijn auto over heeft. Het lijkt me niet zinnig om alleen te rijden en meestal leidt gezelschap tot gezelligheid. Ook deze keer blijkt dit weer te kloppen, want ik ben verbaast over de snelheid waarmee we gereden moeten hebben, als we - naar het lijkt - 2 uur later aan komen op de camping van Vikær Strand in Aabenraa.
Het is inmiddels half 5. Wij arriveren als laatste. Pim, Mia, Ronald en de viervoeters Bobby en Joey zijn er al. Ik loop alvast naar de huisjes, want bij de ingang weigeren ze om voor Eke de slagboom open te maken. Na nog een keertje smeken, mag ook hij het terrein op. Het waait stevig en even later gaat het ook regenen. De huisjes zijn prettig: schoon, voorzien van goede bedden en een verwarming. We hebben er drie en hebben dus veel ruimte. Dit geldt niet voor Pim en Mia die de hele proviand naar binnen hebben gesleept. De avond valt en het lukt niemand om lang wakker te blijven.
De volgende ochtend verken ik de camping. De wind is afgezwakt en het is zo goed als droog. Overal is het nog stil. Alleen aan het water staan twee mannen met netten op garnalen te vissen. Ik maak wat foto’s van aangespoelde kwallen. Wanneer ik terugloop wordt ik enthousiast begroet door Bobby en Joey. Pim die achter ze aanloopt oogt wat minder wakker. Dit verandert zodra hij de koekenpan op het vuur zet. “Vijf eieren per persoon! Minder bak ik er niet!”
Na het ontbijt rijdt Pim het vulstation naar de waterkant en maken Eke, Ronald en ik onze eerste duik. Eke zwemt voorop, Ronald en ik er achteraan. Het navigeren heb ik professioneel uitbesteed (zoals Eke dat heeft gedaan met het schrijven van dit reisverslag, red.). De bodem krioelt van het kleine leven: krabbetjes, garnalen, zeesterretjes, oorkwalletjes en haarkwallen. Op de bodem spot Eke een schol. De krabbetjes zijn grappig. Sommige vluchten, andere schieten dreigend een halve meter omhoog. Voor ons oefent Eke zijn frogkick en zo nu en dan raakt hij het wier met als gevolg een regen van minuscule blauwe vallende (zee)sterretjes. Diep is het zeker niet. Na een tijd uitzwemmen bereiken we de 4 ½ meter. Grote roze haarkwallen met meters lange tentakels hangen links en rechts in het water. Het doet me denken aan een computerspel, waarbij je stilstaande en bewegende obstakels moet omzeilen. Ergens moet ik een foutje gemaakt hebben, want ik voel mijn lip dikker worden. Dit is pas mijn tweede duik in droogpak en ik moet zeggen: ik ben niet geheel ontevreden. Pas als ik na een uur het water uitkom, merk ik dat mijn sokken een soppend geluid maken. Volgens mij voldoet dat niet geheel aan de definitie van het woord ‘droog’.
Na een uitgebreide lunch en het vullen van de flessen, volgt duik nummer twee. Ik heb mijn natte droogpak verruild voor mijn droge natpak. Ronald is het met me eens dat Eke een goede gids is. Eke protesteert een nog een beetje, maar vertrekt dat toch in pole position. We vinden de fuiken van vissers met krabbetjes en een botervisje erin. Deze duik is nog ondieper: 3,9 geeft mijn duikcomputer aan. Op de weg terug wordt opeens minder dan een meter diep, waarbij de begroeiing er daarna voor zorgt dat er minder dat 20 cm vrij water over blijft. We moeten nog zo’n honderdvijftig meter. En om het nog ingewikkelder te maken zitten er ook nu links en rechts haarkwallen die omzeild moeten worden. Next level binnen het computerspel, zeg maar.
Op het officiële programma staat nog een nachtduik. Wanneer Pim de barbecue start wordt unaniem besloten om deze naar morgen te verschuiven.
De volgende dag is het schitterend weer en rijden we naar de Ammoniakhaven. Gedurende de zomer heb ik het bijzonder druk gehad op mijn werk en dronk ik koffie via het infuus. Op de eerste dag van de vakantie heb ik het besluit genomen om te stoppen - in één keer - cold turkey. Nu heb ik afkickverschijnselen. Mijn maag zich achterstevoren en mijn hoofd is geraakt door een hamer. Terwijl ik in de zon in slaap val maken Eke, Ronald, Pim en Mia een duik. Het volgende citaat is van Eke: “Duik 401: Bijzondere locatie. Het eerste wat opvalt is de wand onder water. We doken aan de rand van de vaargeul. Deze wordt regelmatig uitgediept. Gevolg hiervan is dat er in de bodem een kaarsrechte wand loopt. Door de stroming in de vaargeul is er erg veel leven. Mooie begroeiing aan de wand, daarnaast op de bodem, maximaal 20 meter, naast de wand veel zeesterren, krabbetjes, oesters, slakken, paar kabeljauw.”
Na een uurtje slapen en een blikje cola (ja, toch maar weer cafeïne) ben ik klaar om mee te gaan met duik nummer 2. Het is inmiddels echt zonnig en warm en opgetogen hijs ik me in het droge droogpak. We lopen het water in en ik zak door mijn knieën om mijn vinnen aan te trekken, wanneer ik het water met liters tegelijkertijd mijn nekseal binnen voel lopen. Einde duik. Ietswat chagrijnig loop ik terug naar de auto’s. Het volgende beschrijving is wederom van Eke: “Duik 402, zie beschrijving duik 401.”
Terug op de camping maken Eke, Mia en Ronald de uitgestelde nachtduik. Eke beschrijft: “Duik 403: Nachtduik. Ondiepste duik ooit, maximaal 3,3 meter. Eerste tiental meter moesten door zeer ondiep water om onze maximale diepte van 3,3 meter te kunnen bereiken. Locatie met heel veel botervisjes, kwallen met zeer lange tentakels, 3 harnasmannetjes, paar platvissen.”
De ochtend van dag 4 rijden we naar de politiehondenschool in Middelfart. Het is wederom een stralende dag. In het midden van de zeearm zien we een groep bruinvissen (!!!) boven het water uitspringen. Ik voel me top en heb echt zin om weer te duiken. Ronald en ik zijn nog steeds van mening dat Eke een duik prima leidt en Eke legt zich hier bij neer. Er staat een redelijke stroming, maar wanneer we onder de 5 meter zakken, is deze plotseling verdwenen. Hier begint een steile afdaling langs een wand,die op 20 meter diepte weer ombuigt in een talud. Hier ligt een grote kabeljauw (90 cm). De wand is mooi groen en terwijl we langzaam stijgend verder zwemmen, zien we mosselen, zeesterren en slakjes. Na vijfentwintig minuten keren we om en willen we over het bovenste talud (op 7 meter) langzaam terugzwemmen. We worden verrast door de stroming die opeens weer krachtig aanwezig is. Het zicht is opeens nog maar twee meter en de stroming krijgt vol vat op ons. Binnen 3 minuten zijn we terug bij de politiehondenschool. Na de lunch maken Eke en ik nog een duik.
Na het duiken rijden we naar het stadje Middelfart. Vanaf een terras en onder het genot van een drankje voorzien we iedereen die voorbij loopt gezamenlijk van commentaar.
De volgende dag vertrekken we al zeer vroeg richting Hemmoor in Duitsland om hier twee duiken te kunnen maken. Ik duik met Ronald tot maximaal 31 meter - wat een zicht heb je hier nog op 31 meter!! Eke, Pim en Mia maken duik naar wat grotere diepte. Eke schrijft: “Duik 406: Bijzondere duik, trimixduik 19/33. 55,6 meter. Diepste duik die ik tot heden gemaakt heb. Door de trimix is de spanning door de stikstofnarcose niet aanwezig. Ondanks alle opleidingen, oefenduiken had ik toch een gezonde spanning voordat ik het water inging. Duik ging prima. Ongeveer 18 minuten op diepte doorgebracht, daarna via de Ruttler en een gasswitch op 20 meter doorgezwommen naar het bos. Hier tussen de bomen de laatste gasswitch gemaakt en de decotijd uitgehangen.”
Het is zeer aan te bevelen om Hemmoor niet te verwarren met Hammoor, wat aan de andere kant(de oostkant) van Hamburg ligt. Het probleem van Hammoor is, dat hier de Kreidesee niet ligt. Een ander probleem is dat wanneer je vanuit Hemmoor naar huis vertrekt en je denkt dat je in Hammoor bent, dat je dan wellicht van mening bent dat je richting Hamburg moet rijden in plaats van er vandaan. Zo kan het gebeuren dat je richting het oosten rijdt, terwijl je denkt dat je westwaarts en dus richting Nederland rijdt. Een goede lezer heeft niet meer woorden nodig om te begrijpen waarom Eke en ik (de taak van navigeren had ik op me genomen) bijna gelijktijdig met Pim, Mia en aanhanger op de Demmerik arriveerden, terwijl Pim en Mia ook nog tijd hadden gehad om uitgebreid te lunchen…
We waren weer thuis, maar om het gevoel van vakantie nog even voort te laten duren ben ik met Eke nog een namiddag duik gaan maken in de tropische wateren van ‘Fien Kun Fain’. - Welkom thuis.
Nathalie.
*************
...and dance like no-one is watching...
-
19 September 2016 - 14:47
Klakkkliekkloek:
ik vind het leuk
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley